De revue: Directe vennootschapsbelasting in Nederland

Allemaal vragen

Directe vennootschapsbelasting

Ik belast de winst

De Nederlandse Vpb wordt geheven van zowel Nederlandse als niet-Nederlandse belastingplichtigen. Nederlandse belastingplichtigen zijn in principe onderworpen aan de Nederlandse Vpb over hun wereldinkomen. Niet-ingezetenen zijn slechts ICT-plichtig voor zover zij inkomsten uit Nederlandse bron genieten, die in twee categorieën vallen:

  1. belastbare winst verkregen uit bedrijf uitgeoefend via een vaste inrichting (VI) of vaste vertegenwoordiger in Nederland (zie rubriek IV.II); of
  2. Belastbaar inkomen verkregen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap, mits:
    • Het hoofddoel (of een van de hoofddoelen) van het aanhouden van de rente is het ontwijken van de Nederlandse inkomstenbelasting in handen van een ander (persoonlijke toets); En
    • Een arrangement (of reeks arrangementen) dat niet echt (objectieve test) is gebaseerd.

Voor de toepassing van clausule (b) wordt een overeenkomst of reeks van overeenkomsten geacht niet authentiek te zijn indien en voor zover deze niet is gebaseerd op geldige commerciële redenen die de economische realiteit weerspiegelen.

Of de regeling om geldige zakelijke redenen tot stand is gekomen, kan afhangen van de inhoud op aandeelhoudersniveau. Er kan sprake zijn van gegronde zakelijke redenen als de aandeelhouder onder meer een omvangrijke onderneming drijft en het aandeelhouderschap tot het vermogen van de onderneming behoort; Een aandeelhouder is een grote houdstermaatschappij die de management-, beleids- en financiële functies van de groep vervult; Of de aandeelhouder treedt op als tussenholding binnen de groepsstructuur.

Als een tussenholding voldoet aan de eisen van het Nederlandse minimum materieel, geldt op grond van de gewijzigde inhoudelijke regels per 1 januari 2020 het loonbedragcriterium (doorgaans een loonbedrag van 100.000 euro) en het kantoorruimtecriterium (kantoorruimte voor minimaal 24 maanden), gaat de last Bewijs betreffende het doel van het aanhouden van de rente en het ontbreken van geldige commerciële redenen die de economische realiteit weerspiegelen naar de inspecteur. Indien niet aan de vereisten van de bovenstaande artikelen wordt voldaan, moet de belastingplichtige bewijzen dat het belang niet wordt gehouden met als hoofddoel (of een van de hoofddoelen) het ontwijken van de Nederlandse personenbelasting in handen van een ander of dat de constructie bestaat om geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen.

Bepaal de belastbare winst

De Nederlandse Vpb wordt geïnd over de belastbare winst van de belastingplichtige, zijnde het verdiende netto-inkomen en vermogenswinst minus aftrekbare verliezen, zoals jaarlijks bepaald in overeenstemming met de beginselen van goed zakendoen. Volgens dit algemene principe, dat in de Nederlandse jurisprudentie breed is ontwikkeld, worden winsten en verliezen aan jaren toegerekend op basis van principes van perceptie, conformiteit, realiteit, voorzichtigheid en eenvoud. In principe kunnen alle zakelijke kosten worden afgetrokken van de belastbare winst, inclusief rente op leningen (onder voorbehoud van renteaftrekbeperkingsregels), afschrijvingen en jaarlijkse afschrijvingen van activa gebruikt in de onderneming van de belastingplichtige.

READ  P4G Van Kopenhagen tot Seoul: partnerschappen versnellen naar de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, Overeenkomst van Parijs | Nieuws | SDG Kenniscentrum

verliezen

Vanaf 1 januari 2022 is de draagtijd voor onbepaalde tijd, maar het verlies dat kan worden verrekend met de belastbare winst is 50 procent van de belastbare winst boven één miljoen euro. De eerste € 1 miljoen belastbare winst kan volledig worden gecompenseerd door verliezen.

Speciale regels voor verliesbeperking kunnen van toepassing zijn op transacties in “verlieslatende bedrijven”. De verliezen van een bedrijf mogen niet worden verrekend met toekomstige inkomsten als 30 procent of meer van het uiteindelijke belang in dat bedrijf van eigenaar wisselt tussen de uiteindelijke begunstigden of wordt overgedragen aan een nieuwe aandeelhouder. Deze regel kent een aantal uitzonderingen (bijvoorbeeld de doorlopende ondernemingsuitzondering).

Gelet op de Nederlandse Participatievrijstellingsregeling (zie hoofdstuk VI) mogen belastingplichtigen verliezen bij vervreemding van kwalificerende participaties niet aftrekken van hun belastbare winst. Daarnaast is de kostprijsafschrijving niet aftrekbaar. Liquidatieverliezen, zowel in het buitenland als in het binnenland, kunnen echter worden afgetrokken van de belastbare winst, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het liquidatieverliesbedrag wordt bepaald op basis van het verschil tussen de liquidatieopbrengst en de kostendeelnemingsprijs. Vanaf 2021 hebben liquidatie- en stop-losssystemen een smaller toepassingsgebied (d.w.z. bepaalde geografische, thematische en tijdsbeperkingen).

tarieven

Het standaard btw-tarief is 25,8 procent in 2023. De eerste € 200.000 aan jaarlijkse belastbare inkomsten wordt belast tegen een verhogingstarief van 19 procent.

administratie

Belastingplichtigen moeten hun jaarlijkse Vpb-aangifte binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar indienen bij de Belastingdienst. Het is mogelijk om verlenging van deze aanvraagdeadline aan te vragen.

Nederlandse belastingplichtigen mogen hun aangifte indienen in een functionele valuta (d.w.z. een andere vreemde valuta dan de euro) als hun jaarrekening in dezelfde vreemde valuta is opgesteld. Zo kan de Nederlandse belastingplichtige ervoor zorgen dat schommelingen tussen de euro en de functionele valuta niet leiden tot belastbare winsten (bijvoorbeeld koersresultaten op onbetaalde schulden of vorderingen).

belasting aggregatie

Het Nederlandse Fusiestelsel (Financiële Eenheid) biedt belastingplichtigen de mogelijkheid ervoor te kiezen om voor Nederlandse ICT-doeleinden als één belastingplichtige te worden behandeld. Een in Nederland gevestigde moedermaatschappij en in Nederland gevestigde dochterondernemingen kunnen een financiële eenheid vormen als aan bepaalde eisen wordt voldaan, waarvan de belangrijkste is dat de moedermaatschappij, direct of indirect via andere leden van de financiële eenheid, voor ten minste 95 procent juridische en economisch eigendom van de door Dochtermaatschappijen uitgegeven aandelen. Als gevolg hiervan worden de activa en passiva van de entiteiten die deel uitmaken van de financiële eenheid geconsolideerd, wat betekent dat intercompany-transacties worden uitgesloten, en worden de bedrijfsinkomsten van de leden van de financiële eenheid in evenwicht gehouden voor de berekening van de Vpb. Hoewel elk lid van de financiële eenheid hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de ICT-belasting verschuldigd door de gehele financiële eenheid, worden aanslagen Vpb alleen geheven bij de moedermaatschappij. De financiële module is (in het kader van de Nederlandse Vpb) optioneel (d.w.z. niet gevormd door toepassing van de wet) en behoeft daarom voorafgaande toepassing in deze zin.

READ  Federal investigators study AmEx card selling practices

Naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) in de zaak X BV van 25 oktober 2017, waarin het HvJ heeft verklaard dat de Nederlandse financiële eenheidsregeling (mede) inbreuk maakte op de vrijheid van vereniging, is noodcompensatiewetgeving om de eenheidsregeling in overeenstemming met de EU-vrijheid van vereniging werd bij oprichting aangenomen. Het wetsvoorstel noodcompensatie heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2018. De wetgeving verkleint de reikwijdte van de consolidatie van het Nederlandse financiële eenheidssysteem voor een aantal Nederlandse Vpb-regels die van invloed zijn op niet in Nederland gevestigde vennootschappen (die niet kunnen worden opgenomen in de Nederlandse financiële eenheid wegens tot geen Nederlands fiscaal inwoner zijn), hebben deze regels geen gevolgen voor in Nederland gevestigde vennootschappen die deel uitmaken van de Nederlandse financiële eenheid.

Gezien het bovenstaande wordt het Nederlandse fiscale eenheidsstelsel momenteel herzien en kan het worden vervangen door een collectieve subsidie ​​of een collectief premiestelsel. De Nederlandse regering beraadt zich op dit moment nog over de toekomst van het Nederlandse systeem van de fiscale unie.

ii Overige gerelateerde belastingen BTW

Belasting Toegevoegde Waarde (btw) wordt geheven op leveringen van goederen en diensten in Nederland en is gebaseerd op verschillende btw-richtlijnen van de EU. Het standaard btw-tarief is 21 procent. Voor aangewezen leveringen wordt een kortingstarief van 9 procent in rekening gebracht, terwijl voor leveringen die betrekking hebben op internationale handel een tarief van nul procent geldt. Daarnaast zijn er in Nederland diverse btw-vrijstellingen, volgens welke er geen btw in rekening wordt gebracht (hoewel het belangrijk is om te bedenken dat in sommige gevallen de bijbehorende voorbelasting niet aftrekbaar is).

READ  BNI Amsterdam zou $ 5,47 miljard aan handel kunnen genereren - Inforia

De Nederlandse btw-wetgeving voorziet in een btw-uitstelsysteem, waarbij belastingplichtigen btw over invoer moeten aangeven in hun periodieke belastingaangifte maar tegelijkertijd moeten aftrekken, waardoor er geen daadwerkelijke btw wordt betaald.

verbruik en invoerrechten

Een accijns, als accijns, wordt geheven op alcoholische, tabaks- en minerale olieproducten. Op verschillende producten die van buiten de Europese Unie in Nederland worden ingevoerd, worden invoerrechten (of douane) geheven. Nederland heft geen uitvoerrechten.

Overdrachtsbelasting onroerend goed

Verkrijging van juridisch of economisch eigendom van in Nederland gelegen onroerend goed (of rechten daarop) is in 2023 onderworpen aan overdrachtsbelasting (RETT) van 10,4 procent. Bij fusies of reorganisaties kunnen verschillende vrijstellingen van toepassing zijn .

Bovendien is het verwerven van aandelen in een vastgoedvennootschap, zijnde een vennootschap waarin het vastgoedvermogen meer dan 50 procent van het vermogen uitmaakt, en waaruit maar liefst 30 procent van het in Nederland gelegen vastgoed is samengesteld, ook onderworpen aan de Nederlandse RETT.

Loonheffingen en premies volksverzekeringen

Werknemers in loondienst zijn in principe onderworpen aan loonbelasting, die de werkgever inhoudt op het loon en afdraagt ​​aan de Belastingdienst. Dit geldt niet alleen voor de loonbelasting over de loonbetalingen, maar ook voor de sociale lasten. De Nederlandse loonbelasting wordt beschouwd als een voorheffing, wat betekent dat particulieren deze kunnen verrekenen met de verschuldigde Nederlandse inkomstenbelasting.

Hoogopgeleide expats kunnen aanspraak maken op een speciale belastingvermindering, de zogenaamde ’30 procent-regel’. De 30 procent bepaling is een belastingvrije vergoeding van 30 procent van het (bruto)salaris van de werknemer, die kan worden toegepast als de werknemer wordt geworven of geworven uit het buitenland en specifieke ervaring heeft die moeilijk te vinden is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het kabinet overweegt echter om vanaf 2024 een strafmaximum op te leggen (in 2022 is dat € 216.000,- maar gaat naar verwachting in 2024 omhoog). Vanaf 2024 geldt de 30%-regeling alleen voor loon tot maximaal € 216.000. Er is een instapregeling aangekondigd: voor expats die in het voorafgaande belastingtijdvak van 2022 de 30 procent-regel toepasten, gaat de 30 procent-grens pas op 1 januari 2026 gelden.

laatst

Nederland rekent geen porto of kapitaalrecht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *