Waarom de D9+-groep sterker leiderschap moet bieden in het Europese digitale beleid

Het concurrentievermogen van een regio komt tot uiting in het commerciële succes of falen van zijn bedrijven. Kortom, het verbeteren van het concurrentievermogen betekent het verhogen van de productiviteit. Het Europese concurrentievermogen en de productiviteitsgroei zijn nauw verbonden met het vermogen om innovatie te bevorderen en het gebruik van nieuwe technologieën die productieve sectoren en bedrijven kunnen transformeren. De afgelopen jaren zijn Europese investeringen echter steeds verder weggetrokken van landen die vooroplopen op het gebied van technologische innovatie. Het BBP per hoofd van de bevolking en de arbeidsproductiviteit zijn in het eurogebied langzamer gestegen dan in de Verenigde Staten. volgens Studie door McKinsey Global InstituteTussen 2014 en 2019 groeiden Europese bedrijven gemiddeld 40% langzamer dan hun Amerikaanse tegenhangers en investeerden ze 40% minder in onderzoek en ontwikkeling (R&D). Als gevolg hiervan is het vermogen van Europa om de wereldeconomie te leiden verzwakt en deze trend moet duidelijk worden gekeerd.[1]

Hiervoor is digitalisering de sleutel. Figuur 1 illustreert de positieve relatie tussen digitale technologie en productiviteit op bedrijfsniveau. Er is dus een nauw verband tussen de twee variabelen: het gebruik van digitale technologieën wordt positief geassocieerd met verhoogde productiviteit.

Figuur 1. Arbeidsproductiviteit en digitalisering (EU 17)

Gemiddelde arbeidsproductiviteit van 2010 tot 2016. Sectoren: C = maakindustrie; G = groot- en detailhandel; J = informatie en communicatie; L = onroerend goed; en MN = Professioneel en Administratief. De cirkelgrootte geeft het gemiddeld aantal werknemers aan. Bron: CompNet, met auteursaccounts.

De Europese Unie volgt een ambitieuze agenda om de digitale economie te reguleren en creëert nu een nieuw pakket aan regelgeving, waaronder de Digital Markets Act (DMA), de Digital Services Act (DSA), de Artificial Intelligence Act (AIA) en de Data Handeling.[2] Deze regelgeving is gebaseerd op een reeds gevestigde structuur van digitale (bijv. AVG) en bedrijfsregels in Europa die relatief restrictiever zijn dan in andere toonaangevende economieën. Het gevaar is dat de nieuwe regelgeving productiviteitswinsten en daarmee het Europese concurrentievermogen in de weg staat. Regelgeving zal leiden tot nieuwe kosten die verder gaan dan directe naleving en administratieve kosten. De belangrijkste kosten zijn de dynamische en complementaire economische effecten die worden gestimuleerd door de uitvoering ervan.[3]

READ  Bangladesh en Nederland ondertekenen een overeenkomst om de overeenkomst ter vermijding van dubbele belasting te wijzigen

Daarom is de belangrijkste vraag voor het toekomstige succes van Europa hoe Europa zijn digitale beleid vormgeeft en hoe zijn digitale economische prestaties kunnen worden verbeterd. Helaas is er een gebrek aan beleidsleiderschap van de belangrijkste EU-lidstaten over opkomende technologieën en wat nodig is om ze sterk te maken in de Europese economie.

Sterkere aandrijving dan de D9+-reeks

Dit is de reden waarom de D9+ combo zijn profiel moet verhogen. Het werd gelanceerd in 2016 en negen landen met een speciale interesse in zaken van de digitale economie kwamen samen om van elkaar te leren en overeenstemming te bereiken over beleidskwesties. Sinds de oprichting is de groep uitgebreid[4] Het omvat nu ook “gastlanden”, hoewel het in de eerste plaats een initiatief blijft voor open georiënteerde kleine en middelgrote economieën die sterk geïnteresseerd zijn in het benutten van de economische kracht van digitalisering en nieuwe opkomende technologieën.

De D9+-landen hebben veel gemeen: digitale en algemene economische kenmerken die hen zouden moeten aanzetten om digitale openheid verder te bevorderen en ambitieuzer te zijn bij het versterken van het digitale concurrentievermogen van Europa.

Alle leden van de groep zijn van mening dat het voor Europa van cruciaal belang is om een ​​open digitale economie te runnen met voldoende ruimte voor ondernemersexperimenten en intensieve integratie met ’s werelds toonaangevende digitale regio’s. Het vinden van de juiste beleidsrichting is van fundamenteel belang voor de economische groei van Europa op de lange termijn, en de D9+-groep moet een leidende rol spelen.

Daarom zouden D9+-landen een grotere leidende rol moeten spelen bij het ontwikkelen van digitale regelgeving in Europa. In het afgelopen decennium werd de stem van ruimdenkende kleine en middelgrote economieën in Brussel op de proef gesteld door een veranderend mondiaal landschap en nieuw beleid dat steeds meer de economische belangen van grotere Europese economieën weerspiegelt. De D9+-landen hebben daarom een ​​cruciale taak voor de boeg: proactiever zijn in het ontwikkelen van nieuwe ideeën over hoe de Europese politiek zou moeten evolueren, de economische hervormingen voortzetten die nodig zijn voor verregaande digitale integratie, en ervoor zorgen dat de stem van digitaal open economieën wordt gehoord aan de onderhandelingstafels wanneer het beleid in Brussel wordt bepaald. Het is nu bijvoorbeeld belangrijk om de impact van “portemonnee” in de digitale regelgeving van de EU te internaliseren: de komst van nieuwe en zware digitale regelgeving moet worden gecompenseerd door beleidshervormingen die de voorwaarden van digitaal zakendoen versoepelen.

READ  Dimita en Enerchem werken op grote schaal samen aan DME-afvalscheidingsprojecten in Europa en de VS

D9+-landen spelen ook een duidelijke rol bij het creëren van betere kaders in de EU om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. EU-landen hebben verschillende ervaringen op het gebied van technologische specialisatie, belangrijke kennis om te delen en lessen om te leren. Sommige D9+-landen staan ​​consequent zeer hoog gerangschikt in mondiale ranglijsten op het gebied van technologie, innovatie, digitaal concurrentievermogen en het aanbieden van economische en politieke expertise die relevant is voor de algemene richting van het EU-beleid. Daarom hebben deze landen een speciale verantwoordelijkheid om een ​​nieuw werk te doen in de digitale beleidsvorming van de EU dat positieve voorbeelden biedt om te imiteren. Om dit te doen, moet D9+ ook zijn activiteiten updaten en specifieke acties ondernemen om de manier waarop het werkt te verbeteren. De groep kan bijvoorbeeld uitgebreidere protocollen opstellen, inclusief een agenda voor zijn vergaderingen, evenals een werkprogramma voor de lange termijn dat een duidelijk verband moet leggen tussen individuele D9+-vergaderingen. Dit zou kunnen worden ondersteund door de oprichting van een permanent secretariaat voor de D9+-groep met de mogelijkheid om haar beleid en prestaties te beoordelen en manieren voor te stellen om de prestaties van de EU te verbeteren.

Een winnend Europa vereist sterker digitaal leiderschap van de lidstaten, en de D9+-groep moet ingrijpen om deze rol in de toekomst op zich te nemen.


[1] Zie ECIPE (2022), “Kompas als leidraad voor het EU-beleid ter ondersteuning van het concurrentievermogen van bedrijven“.

[2] De lijst is niet uitputtend aangezien er momenteel ook ander digitaal beleid ter discussie staat, zoals de EU Cyber ​​Security Act, de Cyberflexibiliteitswet, de Richtlijn Verbetering Arbeidsomstandigheden Platformwerk en de Chipwet.

READ  Dawn Aerospace maakt vijf vluchten van zijn suborbitale ruimtevliegtuig - TechCrunch

[3] ECIPE (2022),Na DMA, DSA en nieuwe AI-regelgeving: de economische gevolgen van en reacties op nieuwe digitale regelgeving in Europa in kaart brengen“.

[4] Het huidige lidmaatschap van de D9+-groep omvat Denemarken, Finland, Zweden, Nederland, Luxemburg, België, Spanje, Ierland, Estland, Tsjechië en Polen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *