Nieuw onderzoek is gepubliceerd in biologische psychologie Onderzoekt de relatie tussen psychopathische moed en verminderde defensieve hartreactie. Volgens de nieuwe bevindingen vertoonden vrouwen die hoog scoorden op de psychopathische eigenschap van onverschrokkenheid de neiging om lagere veranderingen in de hartslag te vertonen wanneer ze werden geconfronteerd met een intense en onverwachte stimulus. Maar deze relatie bestond niet tussen mannen.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat mensen met bepaalde psychopathische eigenschappen vaak minder automatisch reageren op bedreigingen. Dit is in verband gebracht met het onbevreesde deel van psychopathie.
Naast alleen reageren op schrikken, zijn andere fysiologische maatregelen in verband gebracht met psychopathie, zoals verminderde spiertonus en verlaagde hartslag in bepaalde situaties. Er is gewerkt aan het opnemen van deze verschillende maatregelen in een index van ‘dreigingsgevoeligheid’, die zou kunnen dienen als een manier om deze eigenschappen verder te identificeren en te bestuderen.
De nieuwe invalshoek in deze studie kijkt naar wat de cardiale verdedigingsreactie (CDR) wordt genoemd. Dit is een complex patroon van veranderingen in de hartslag die optreden als reactie op een plotselinge, onverwachte dreiging of schok. CDR, weerspiegeld in veranderingen in hartslag en andere cardiovasculaire parameters, wordt verondersteld de activering van de sympathische tak van het autonome zenuwstelsel te vertegenwoordigen, de component die betrokken is bij het opwekken van ‘vecht- of vlucht’-reacties op waargenomen bedreigingen.
De onderzoekers veronderstelden dat de CDR een bruikbare nieuwe maatstaf zou kunnen zijn voor het bestuderen van de eigenschap van moed bij psychopaten. Ze waren vooral geïnteresseerd in de tweede versnellingsfase van de CDR, omdat die verband lijkt te houden met de bereidheid om op dreigingen te reageren.
Het onderzoek omvatte 156 deelnemers (60 mannen), die een beoordeling van de Psychopathic Personality Inventory (PPI-R) voltooiden, een zelfgerapporteerde meting van psychopathische neigingen. Deze vragenlijst kijkt naar een reeks eigenschappen zoals sociaal affect, immuniteit voor stress, moed, machiavellistisch egoïsme, opstandige non-conformiteit, externe schuld, zorgeloos gebrek aan planning en een koud hart.
Er werd een psychofysiologische verdedigingstest uitgevoerd waarbij CDR werd gemeten, waarbij deelnemers na een rustperiode van 8 minuten werden blootgesteld aan een onverwachte en intense witte ruisstimulus. Ze kregen te horen dat ze deelnamen aan een onderzoek naar ECG-opnamen in rust, zonder het binnenkomende geluid te noemen. Hun hartslag werd geregistreerd vanaf 15 seconden voor het begin van de stimulatie tot 80 seconden daarna.
Uit de studie bleek dat mannen beter presteren dan vrouwen in bijna alle aspecten van psychopathie. Bovendien hebben mannen vaak hogere hartslagveranderingen (zowel ups als downs) als reactie op harde geluiden dan vrouwen. Dit was met name het geval tussen bepaalde tijdstippen nadat het geluid was ingeschakeld.
Hartslagreactie op harde geluiden is gekoppeld aan bepaalde persoonlijkheidskenmerken gemeten door de PPI-R-vragenlijst. Met name vrouwen die hoog scoorden op ‘dappere dominantie’ (die bestaat uit eigenschappen zoals sociaal affect, stressimmuniteit en moed) vertoonden een lagere gemiddelde hartslagverandering als reactie op een hard geluid.
Als we de componenten van de factor ‘moeddominantie’ nader bekijken, bleek dat vrouwen die hoger scoorden op de eigenschap ‘moed’ specifiek een kleinere toename van de hartslag vertoonden tijdens de ’tweede versnelling’-fase van de verdedigingsreactie (waarbij de hartslag stijgt na de eerste vertraging, een proces dat verband houdt met het voorbereiden van het lichaam om te reageren op een dreiging). Dit bleef het geval, zelfs wanneer werd gecontroleerd voor het effect van andere eigenschappen in de groepsdominantiefactor.
Deze bevinding is significant omdat het een geslachtsspecifiek verband laat zien tussen angstgerelateerde eigenschappen en reacties op lichaamsverdediging. Hij suggereert dat de reactie van het hart op dreiging een nuttige manier zou kunnen zijn om moed te bestuderen zoals die zich manifesteert in psychopathie, en om te begrijpen hoe dit kan verschillen tussen mannen en vrouwen.
Het onderzoeksteam erkende enkele beperkingen; Ten eerste gebruikte de studie een zelfrapportageschaal over psychopathie, die onderhevig kan zijn aan vooringenomenheid en mogelijk niet alle aspecten van psychopathie nauwkeurig vastlegt. Bovendien gebruikte de studie een relatief kleine steekproefomvang, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten kan beperken. Ten slotte onderzocht de studie geen andere potentiële factoren die de relatie tussen psychopathische moed en CDR zouden kunnen beïnvloeden, zoals jeugdtrauma of andere omgevingsfactoren.
de studie, “Verminderde defensieve cardiopulmonale reactie als een fysiologisch correlaat van psychologische angst: sekseverschillenGeschreven door F. Branschadel, R. Bowie, B. Segarra, B. Ribes-Guardiola en J. Molto.
“Reisliefhebber. Onruststoker. Popcultuurfanaat. Kan niet typen met bokshandschoenen aan.”