De niet-werkende bevolking in Nederland is vorig jaar drastisch gedaald doordat mensen die niet op zoek waren naar werk toch terugkwamen op de krappe arbeidsmarkt, meldt het CBS. Vooral 45-plussers sporten steeds meer.
Vorig jaar telde Nederland 3,3 miljoen niet-werkende inwoners. Dat is 25 procent van de totale bevolking, tegen 27 procent in 2021. Dit zijn mensen die geen betaald werk hebben, niet op zoek zijn naar werk of niet direct beschikbaar zijn om te beginnen. Het gaat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek vooral om gepensioneerden of mensen die door ziekte of arbeidsongeschiktheid niet kunnen werken.
Volgens het CBS hebben vooral senioren tussen de 45 en 75 jaar het afgelopen jaar steeds meer gesport. Dit omvat meer vrouwen dan mannen. In 2003 werkte 59 procent van de vrouwen boven de 45 jaar niet. Vorig jaar was dat percentage 43 procent. Bij mannen van die leeftijd daalde het percentage van 40 naar 32 procent.
Aan het begin van deze eeuw behoorde ongeveer 30 procent van de Nederlandse bevolking tussen de 15 en 75 jaar tot de niet-werkende bevolking. In de economisch goede jaren 2007 en 2008 daalde dit snel doordat meer mensen gingen werken. Tijdens en na de economische crisis schommelde het aandeel niet-werkenden rond de 27 procent.
De afname van de niet-werkende bevolking is deels het gevolg van de conjunctuurcyclus, die momenteel een periode van grote leegstand en lage werkloosheid doormaakt, maar ook van de verhoging van de AOW-leeftijd en de afschaffing van VUT-stelsels.
“Reisliefhebber. Onruststoker. Popcultuurfanaat. Kan niet typen met bokshandschoenen aan.”