De Hoge Raad zegt dat Rwandese genocideverdachte niet kan worden uitgeleverd

DEN HAAG (Reuters) – De Nederlandse Hoge Raad oordeelde dinsdag dat een man die wordt beschuldigd van genocide en misdaden tegen de menselijkheid vanwege zijn vermeende rol in de Rwandese genocide in 1994 niet mag worden uitgeleverd aan Rwanda omdat de eerlijkheid van zijn proces niet kan worden gegarandeerd.

In zijn uitspraak bevestigde het Hooggerechtshof een uitspraak van een lagere rechtbank in november vorig jaar die zei dat zijn uitlevering aan Rwanda een “flagrante schending van het recht op een eerlijk proces” van Pierre Claver Karangwa inhield omdat hij een oppositiepoliticus is.

De Nederlandse autoriteiten, die sinds 2016 ten minste drie Rwandese verdachten van genocide hebben overgedragen om terecht te staan ​​in Kigali, gingen in beroep tegen die beslissing, maar het Hooggerechtshof verwierp dat beroep.

Karangwa, een voormalig militair functionaris van in de zestig, wordt ervan beschuldigd een belangrijke rol te hebben gespeeld bij de moordpartijen op zo’n 30.000 Tutsi’s in het bisdom Mugina nabij de Rwandese hoofdstad Kigali in april 1994.

Naar schatting 800.000 etnische Tutsi’s en gematigde Hutu’s werden gedood tijdens de Rwandese genocide, georkestreerd door het extremistische Hutu-regime en minutieus geëxecuteerd door lokale functionarissen en gewone burgers van de rigide hiërarchische samenleving.

Het Nederlandse staatsburgerschap van Karangua is al ingetrokken vanwege beschuldigingen van genocide. Het is nu juridisch in het ongewisse omdat het niet officieel in Nederland is besteld maar niet kan worden geleverd.

(Reportage door Stephanie van den Bergh; redactie door Christina Fincher)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *