Terwijl politici van over de hele wereld vorige maand in Glasgow bijeenkwamen voor de COP26-onderhandelingen om klimaatverandering aan te pakken, bereidden leiders van enkele van Europa’s beste business schools zich voor om hun eigen bijdrage te leveren.
Cambridge Chairs: Judge, Oxford: Saeed, HEC Paris, IE, Iese, IMD, Insead en London Business School onthulden een webinarprogramma, een toolkit voor klimaatleiderschap en plannen voor een bredere samenwerking onder de business schools-paraplu van Climate Leadership – of BS4CL . Ze stonden erop dat het meer zou zijn dan de eerste twee van deze twee brieven.
Vergeleken met business schools in andere delen van de wereld, hebben die in Europa – met name de Scandinavische landen en Nederland – lang het voortouw genomen op het gebied van duurzaamheid. Hun collega’s volgen een groeiend aanbod van cursussen, studenteninitiatieven, gespecialiseerde instituten en toegewijde faculteitsfuncties.
Echter, zoals Colin Meyer, voormalig decaan van de Universiteit van Oxford zegt: Said Business School, in de laatste jaarlijkse beoordeling van Europese instellingen, is er nog steeds een tweedeling tussen traag werk door leraren aan de ene kant, verfijning in de bedrijfspraktijk en organisatorische druk en eisen van studenten en de samenleving anderzijds.
Ranking van de 95 beste Europese businessscholen voor 2021
Ontdek welke Beste Europese businessscholen, aldus de Financial Times. Leer ook hoe u de tafel in elkaar zet.
Voortbouwend op zijn werk als speerpunt van het British Academy’s Program for the Company’s Future, zegt hij dat de prioriteit van de aandeelhouders domineert boven doelgericht onderwijs. Zelfs onder die scholen zoals BS4CL, “is geen van hen ver genoeg gegaan om het doel van het bedrijf centraal te stellen in de kerncursussen.”
Een van de redenen is de traagheid van scholen, die al lang zijn gegroeid en hun expertise hebben ontwikkeld op basis van meer traditionele leerplannen en waarden. Een andere is dat veel bedrijven nog ambivalent zijn of traag transformeren. Om scholen te hervormen, moeten ze duidelijke signalen afgeven aan decanen over het soort toekomstige directeuren dat ze willen aannemen, de benodigde opleiding en de beste onderzoeksinzichten die ze kunnen gebruiken.
De laatste factor is, volgens Mayer, het effect van de beoordelingen van de business school zelf, waarbij prestatiebeoordelingen grotendeels afhankelijk zijn van factoren zoals salarissen, die aanzetten tot het handhaven van pedagogieken die het oude model van winstmaximalisatie bevorderen.
De eigen beoordelingen van de FT, inclusief de laatste “ranglijsten” van Europese scholen, geven erkenning aan de beste afgestudeerden die zijn toegewezen aan banen als investeringsbankieren, waarvoor hoge salarissen een goede indicatie zijn voor resultaten. Maar het elimineert ook lagere salarissen voor degenen die naar andere banen verhuizen, zoals die in de publieke en non-profitsector, om discriminatie van scholen en studenten die lagerbetaalde banen nastreven, te verminderen.
We streven ernaar het gewicht van de salarissen in de toekomst te verminderen. De uitdaging is om geloofwaardige alternatieve compensatiemaatregelen te vinden die consistent, vergelijkbaar, resultaatgericht en inbaar zijn. Dit vereist een nieuwe manier van denken – ook van business schools – bij het evalueren van de kwantiteit en kwaliteit van onderwijs en onderzoek en hoe hun activiteiten in lijn zijn met mensen, het doel en de planeet, samen met winst.
Ranking speelt nog steeds een rol als maatstaf voor zowel studenten, schooladministraties als werkgevers, gezien de toename van nieuwe programma’s en business schools. Ze bieden een kandidaat en een vorm van verantwoording, wat belangrijk is gezien zowel de hoge vergoedingen die in rekening worden gebracht als de alternatieve kosten voor het behalen van diploma’s.
De benadering van de FT is om consistent en transparant te zijn in de gebruikte methodologie, om lezers aan te moedigen om individuele gegevenspunten te onderzoeken, zich te concentreren op de kwesties die voor hen het belangrijkst zijn, en naar algemene niveaus of schoolgroepen te kijken, in plaats van alleen de algemene studie. ordinale regeling.
De ranglijsten bieden ook een toegangspoort tot bredere rapportage en analyse van bedrijfseducatie en de rijke en diverse benaderingen die door verschillende organisaties worden gevolgd. Dit rapport biedt een momentopname van een reeks scholen, docenten, alumni en bredere belangrijke trends in het veld.
Ondanks de stevige concurrentie uit Noord-Amerika en Azië hebben Europese scholen naast duurzaamheid ook bepaalde comparatieve voordelen. Ze zijn over het algemeen goedkoper – en vaak met kortere cursussen – dan hun Amerikaanse tegenhangers. Ze vertegenwoordigen meestal een meer diverse groep studenten en docenten uit verschillende landen.
Net als hun leeftijdsgenoten in andere regio’s, zijn ze gedwongen om snel te innoveren in een proces dat door de pandemie is geïntensiveerd. Sommigen ontwikkelen nieuwe disciplines, zoals gezondheidszorg of opleiding tot art director, en gebruiken communicatie, performance, design en muziek om de vaardigheden van hun studenten te ontwikkelen.
Anderen gebruiken podcasts, YouTube-lezingen en zelfs tv-documentaires om inzichten uit de eerste hand te geven, niet alleen van CEO’s en ondernemers, maar ook van buitengewone figuren, zoals hackers en witwassers. Het gemeenschappelijk Europees initiatief voor online onderwijs ontwikkelt een gemeenschappelijk leerplan en bevordert virtuele internationale uitwisselingen. De innovatie van de European Business School gaat door.
Andrew Jack is de Global Learning Editor bij de Financial Times
“Reisliefhebber. Onruststoker. Popcultuurfanaat. Kan niet typen met bokshandschoenen aan.”